Zonsopkomst bij de Bak
(18-11-2006)
Het is de laatste week van oktober. Een krachtige oostenwind heeft al enkele dagen voor koud weer gezorgd. Sinds gisteren waait er een zwoele westenwind. Hij heeft grote, dikke sponzen gevuld met water, van zee boven mijn omgeving gebracht. Langdurig spatten de druppels op de bladeren en keien uiteen. Overal waren er weer plasjes die nadat het was opgehouden met regenen de omgeving weerspiegelden. Het voelde alsof het voorjaar op komst was. Als de avond de dag heeft verdrongen, blijkt het volle maan te zijn. De hemel is gevuld met fonkelende sterren. De volgende morgen is het nog pikkedonker als ik besluit om naar de Pannenhoef, en met name naar d’n Bak, te fietsen. Ik hoop er bij te zijn als de Bak ontwaakt. D’n Bak is een oude bocht van de Bieloopbeek die eind dertiger jaren met zand is dichtgegooid. In het voorjaar van 1999 is het zand daaruit weggehaald en is de Bieloopbeek op die plek weer tot leven gewekt. Onderweg is het alsof een glinsterende ster mij begeleidt. In het oosten drijft een dikke, blauwzwarte wolkenband aan de helblauwe lucht. Ik wil er deze morgen bij zijn als de morgen de duisternis zal verdringen om een nieuwe dag tot leven te brengen. In het bos speelt de wind met de bladeren. Het met bladeren bedekte bospad is zompig door de vele regen van gisteren. Eenmaal aan de oever van d’n Bak gekomen ga ik, plat op mijn kont, op de knuppelbrug zitten om de boomsilhouetten te kunnen ontwaren. Het rimpelloze water weerspiegelt de helblauwe lucht en de donkere wolkenband in het oosten. Een paar overvliegende vliegtuigen worden in goud gehuld door, de achter de wolken, opkomende zon. Voorlopig blijft voor mij de zon onzichtbaar en zal ik nog wat geduld hebben het enige wat me rest. Mijn geduld wordt ook deze keer ruimschoots beloond. Ik ervaar het om op deze plek te mogen en kunnen zijn als een voorrecht. De ontwakende dag geeft stilaan het landschap prijs. Een zwarte kraai die komt overvliegen, begroet me met "kraa, kraa, kraa". Even later hoor ik in het dennenbos een buizerd miauwen, ‘n tweede miauwt mee. Een groepje vinken springt tegen de wind in op weg naar België. Beide buizerds steken het ven over om in de omgeving van de Klonie op zoek te gaan naar wat eetbaars. Nadat het licht de duisternis heeft verdreven, verschijnt de gouden zon boven de donkere wolkenband. Via een smal glibberig pad, langs de bosrand, besluit ik naar het bos te kuieren. Aan de prikkeldraad hangen enkele haren van koestaarten. Ze zijn vannacht voorzien van dauw en glinsterende regendruppels. Door een combinatie van waterdruppels en de laagstaande zon worden de struiken met puur zilver behangen. Heel mooi tekenen de nerven, van de al rood verkleurde braambladeren, bij tegenlicht. Overal zitten de kruisspinnen in hun beparelde webben. Ze wachten tevergeefs op hun vangst. Zolang ik hun webben opmerk, zullen zij niets vangen. Het is aan de zon en haar warmte, die de pareltjes in kleine opstijgende neveltjes moet veranderen. Overal geurt het bos naar bos. Lekker zo maar vrij en diep ademen. Over zilveren glijbanen laat de zon haar verwarmende licht zachtjes op de bosbodem van het oude dennenbos neerdalen zodat er nevels ontstaan en opstijgen. De door de wind gestreelde bomen laten hun zilveren waterdruppels vallen, als ware het een korte regenbui. Van tijd tot tijd spat er ‘n druppel op mijn hoofd uiteen. Terwijl ik van al dat zilver sta te genieten, vliegt een houtsnip van onder een braamstruikje verder het bos in. Het doet me meer dan goed wanneer ik een glimp van deze zo mooi bruin getekende vogel opvang. Ik weet het zeker dat jagers niet meer op hem mogen schieten. Sinds enkele jaren is deze mooie en nuttige vogel bij wet beschermd, ook dat noem ik mijn geluk. Aan de voet van een oude Douglasspar ontdek ik een grote sponszwam. Met een doorsnede van wel een halve meter is deze ‘n echte grote. Lekker op mijn hurken zittend, geniet ik minutenlang van deze prachtige paddenstoel. Een mannetjes sperwer flits langs de stammen van de bomen met een doodsbange lijster in het vizier. Bij een groep grazende paarden, houd ik even halt. Op het moment dat ik besluit om naar huis te gaan, trekt een groene specht, lachend in golvende vlucht voorbij. In het westen komen dikke, witte en grijze wolken aanrollen, zij zullen de helblauwe lucht voor onbepaalde tijd toedekken en voor mij een reden te meer, om volgezogen met mooie diengen, naar huis te fietsen.
Natuurtip: .Geniet vooral van de bladverkleuring en zeur niet over gevallen bladeren. Zij hebben maanden lang zuurstof voor ons gemaakt.
Terug naar overzicht