Ontmoeting met de zwarte ruiters

(25-11-2006) Het is zoveelste zomerse dag in september. Al enkele weken baadt het landschap en het Lokkerven in de zon. Steeds opnieuw stijgt de temperatuur naar ruim 25 graden. Ondanks de vele regens van vorig jaar en het afgelopen voorjaar is het droog, erg droog. Zelfs de Turfvaart staat voor het grootste gedeelte droog. In de kleine en grote plassen zitten vissen opgesloten en wachten op regen, reddingbrengende regens. De grote populieren fluisteren minder opvallend dan enkele weken geleden toen ze nog al hun bladeren bezaten. Nu al is meer dan driekwart van hun bladeren naar beneden gedwarreld door de grote droogte. Ook het Lokkerven is voor de helft drooggevallen. De andere helft is opgedeeld in een grote plas en meerdere kleintjes. In de omgeving van het ven zijn de libellen en waterjuffertjes heel actief. Zij houden van de zonnewarmte. Overal kom ik waterjuffertjes tegen die de liefde bedrijven. Hun houding tijdens het paringsritueel lijkt op een hartje. Een kleine karekiet heeft me vanuit de smalle rietkraag ontdekt en laat zich horen. In de grootste overgebleven plas duikt om de haver-klap een dodaarsje onder water om even later wat verderop weer boven te komen. Het wipje dat ze maakt voordat ze onder water gaat is heel karakteristiek voor dit kleinste onder de futen. Sinds het Lokkerven in 1995 is hersteld, broeden er twee paartjes. Hun "hinnikje" klinkt apart en zo lief. Het zandpad en de omgeving puffen onder de hitte. Vanaf het zandpad bewonder ik de begroeiing van de venoever. Het plantendek op de oever is helaas erg zeldzaam geworden in ons land. Hele plakkaten zonnedauw glinsteren als zilveren en zacht roze pareltjes in het felle zonlicht. Ook het roze bloei-ende klein glidkruid valt daarin op. Het geel bloei-ende moerashertshooi zorgt voor grote dikke kus-sens langs de waterlijn. Vanuit een alleenstaande eik stijgt een buizerd op. Met enkele forse vleugelslagen verheft hij zich boven het landschap. Moeiteloos laat hij zich in grote cirkels meevoeren door de warme opstijgende wind. Heel af en toe maken zijn brede flapvleugels een subtiele be-weging om zijn baan te sturen. In een paar tellen is hij hoog boven me en is er alleen nog een kleine onbeduidende stipje. Verscholen achter een groep biezen ligt een klein langwerpig plasje. Het water twinkelt in het zonlicht. Ik hoor voor mij vogel-geluidjes die ik niet meteen kan thuisbrengen. Zonder aanleiding stijgen zes steltlopertjes op uit het zilver. Ze komen recht op me af. Het zijn bijna helemaal zwarte vogels met lange rode poten, een witte wig op hun rug en een lichte streep boven het oog. Zwarte ruiters roep ik uit!! Zomaar hier in het Lokkerven. Terwijl ik hen van achter een wilgenstruik nakijk, zetten ze zich neer in een wat verderop gelegen plasje. Ik kan mijn geluk niet op. Het is nauwelijks te geloven dat hier zomaar zwarte ruiters zijn. Uit het zicht gehouden door struiken, sluip ik op mijn tenen naar een van de doorkijkjes die de struikbegroeiing me biedt. Glurend tussen wuivende rietstengels door krijg ik ze weer in het oog. Een aantal staat op een poot met de snavel tussen de veren te rusten, anderen poetsen hun mooie zwart en grijs geschubde veren. Al dat moois speelt zich op minder 25 meter voor me af en zomaar tien minuten fietsen van huis. Mijn herinnering gaat terug naar begin mei van een paar jaar geleden. Ook toen stond ik hier oog in oog met een zwarte ruiter maar dan in bruiloftskleed. Hoe belangrijk plots het herstel van het Lokkerven is, blijkt uit het feit dat zoveel meer vogelsoorten, waaronder hele zeldzame, even het Lokkerven aandoen om er te rusten, zich wassen en voedsel zoeken. Tot voor 1938 moeten deze soorten hier ieder jaar vertoefd hebben. Helaas besloten mensenhanden in 1938 de Lokker leeg te laten lopen door de Bieloopbeek recht te trekken en uit te diepen. Vijftig jaar lang graasden er koeien. Sinds 1995 is een deel van de Lokker teruggegeven aan Moeder Natuur. Zij heeft de ervaring om dit plekje opnieuw in te vullen en mensen mogen, als we dat willen, daar getuige van zijn. Terwijl ik sta te mijmeren stijgen de zwarte ruiters op en vliegen in zuidelijke richting, Afrika tegemoet. Ik blijf als een bewonderend en gelukkig mens achter. Natuurtip: .Zie vooral de schoonheid van de spelende kauwtjes in. Ze zijn gelukkig met velen. Terug naar overzicht