November-sprokkels

Auteur Mans de Jong  7 november 2007.

Verdwalen: Ik las in deze krant dat een groepje dames van de KVO’s West-Brabant, bij een bezoek aan de Rucphense bossen efkes waren verdwaald. Hieruit blijkt weer dat we onze leefomgeving alles behalve kennen. Het kleinste vogeltje van Europa, het goudhaantje, met een gewichtje van zo’n 10 gram vliegt zonder bewegwijzeringen en zonder te verdwalen vanuit Noord-Europa naar Afrika. Wij mensen onderschatten nog altijd de kwaliteiten en de talenten die andere diersoorten van Moeder Natuur hebben meegekregen. Houtsnip. In de afgelopen week waren er weer veel mooie waarnemingen in de heemtuin. Prachtige waren de waarnemingen van de houtsnippen in de heemtuin. Gelukkig hoeven ze sinds een aantal jaren de jagers niet meer te vrezen. In deze periode van het jaar weet ik dat de houtsnippen in mooie aantallen in onze bossen en natuurgebieden aanwezig zijn. Als er een vogelsoort, qua schutkleur, aan zijn leefomgeving is aangegaan is het deze vogelsoort. Het is een soort die buiten de hofmakerij vroeg in de lente heel teruggetrokken leeft in het bos. Zijn verenpak is afgestemd op de dorre bladeren van de bosbodem waarin hij ook zijn kostje bij elkaar scharrelt. Hij is dol op bodemdiertjes als regenwormen, pissebedden en dergelijke. Moeder Natuur heeft hem bovendien uitgerust met een mooie lange en stevige bek waarmee hij de diertjes mee uit de bomen kan halen. De bek is op het einde uitgerust met een tastzenuw waarmee hij de prooien kan waarnemen. Heel bijzonder is dat zijn ogen zo in de kop zijn geplaatst dat hij zowel voor hem als achter hem alles in een oogopslag in de gaten kan houden. Ik heb de warmte en de schoonheid mogen proeven van de mannetjes als zij tijdens het avondschemer hun bruiloftsvluchten houden in de lente. IJsvogel. Dat het de laatste jaren beter gaat met de ijsvogel is heel positief. Er zijn beste veel meldingen van mensen waar de blauwe flits een stekje bij de tuinvijver heeft gevonden. Iemand wist zelfs te melden dat er op een dag twee ijsvogels te gelijk bij zijn tuinvijver zaten. Voor ons mensen betekent dit ook dat het oppervlaktewater zuiverder is geworden. Als in het water de kleine diertjes en plantjes terugkeren, keren ook de grotere dieren als o.a. vissen terug. Ook zien we weer hoe belangrijk andere levensvormen zijn om ons mensen attent te maken verslechtering of verbetering van onze leefomgeving. In de heemtuin in Rucphen waren mensen tot twee keer achter elkaar getuige van een succesvolle vissende ijsvogel. Vanuit een grote wilg, die in de oever van ut venneke staat, dook hij het water in om met een vis op en tak terug te keren. Na links en rechts de vis kennis te laten maken met de harde takken werden zij met de kop naar voren naar binnen gewerkt. Het is prachtig om vast te stellen dat naast de terugkeer van de beekjuffers ook dit juweeltje van onze beken is teruggekeerd in zijn domein en de oplettende wandelaar of tuinvijver bezitter kan genieten van zoveel kleurenpracht. Mispels. Zo rot als een mispel is een oud spreekwoord. Helaas klopt er niets van. Een rijpe mispel is niet rot. Rotte mispels smaken immers niet! Het rijpen van het vruchtvlees van de mispel wordt gestimuleerd als de temperatuur naar het vriespunt of net onder het vriespunt daalt. Dit rijpingsproces wordt fermentatie genoemd. De mispel is op zijn smakelijkst als het vruchtvlees zacht is geworden. In de mispel zitten maar liefst vijf vrij grote pitten. Bij planten gaat het niet om het vruchtvlees maar om de zaden en die willen ze graag verspreid hebben. Wat planten allang bezitten is de beloning voor bewezen diensten. Een aantal diersoorten snoepen van de vruchten dat hen voedsel biedt. Nadien worden de zaden uitgepoept zodat de kans bestaat dat uit dit zaad een nieuwe plant ontstaat.

Terug naar overzicht