Juli-sprokkel

(28-07-2007) Op een van mijn fietstochten vond ik op de weg tussen Sprundel en Klein Zundert een dode bosuil. Het is de weg die door het landgoed de Pannenhoef loopt. Ik hoopte dat het een hoop met paardenmoppen of een oud vod zou zijn. Hij voelde zozacht, was nog wat slap en warm. Het enige wat mij restte was om hem maar eens goed te bekijken. Opvallend was het rijk geschakeerde verenpak dat hem in een bos nauwelijks of niet laat opvallen en een zachtheid geniet die hem geruisloos laat vliegen. De scherpe nagels voor het grijpen van de prooi en het doden daarmee. De licht beharing op de poten zorgt er weer voor dat zij ook tijdens hun vlucht geruisloos zijn. De twee grote donkere ogen die frontaal in de grote kop staan en bij een beetje licht hem in staat stelt om in het donker goed te kunnen zien. Naast deze prachtige ogen zitten de twee gehooropeningen. Het zijn gaten die met speciale veertjes zijn afgedekt. De gehele aangezichtsluier is zo ingericht dat alle geluiden naar de ooropenin-gen worden geleid. Hun gehoor is zo goed ontwikkelt dat ze bij veel wind en regen hun prooien nog kunnen horen. De brede afgeronde stellen hem in staat om snel en obstakels ontwijkend door het bos te vliegen. Het doet me zeer omdat het allemaal zijn functie heeft verloren. Daar sta je dan met een dood dier in je handen dat zulke mooie eigenschappen van Moeder Natuur had meegekregen. Ik de weggebruikers wil vragen om op wegen die bosrijke streken doorsnijden de snelheid te matigen. Het positieve van de plek waar ik de bosuil vond was dat er in dit bosgedeelte een paartje boomklevers actief was en dat is ook weer mooi in natuurwerk. Een half uurtje later kon ik mijn lachen niet onderdrukken toen ik een halfwas haas, liggend midden op een zandpad aantrof, die zich door de zon liet koesteren. Volgens mij gaat het in het leven vooral om zulke mooie kleine dingen. Op meerdere plekskes hoorde de bedelende roep van de jonge buizerds. Hun ouders doen nu pogingen om ze zelfstandig naar prooi te laten zoeken. De grote kooreakker op de Pannenhoef pronkte met zijn strogeel en mooie roggekorrels. Deze kooreakker is op advies van drie liefhebbers aangelegd. Het is een toegevoegde waarde om een gebied nog gevarieerder en natuurrijker te maken. Het is een akkerbloemenreservaat waarvan de zaden bestemd zijn voor in het wild levende dieren. Op deze manier hoopt men de akkerbloemen in stand te houden, ze aan bezoekers te laten zien zodat zij er van kunnen genieten en is het een serieuze poging om de geelgors terug in het gebied te krijgen. Zij houden van kleinschalige gebieden met als onderdelen zandpaden, kruidenrijke weitjes, kooreakkers en struikbegroeiingen. Kooreakkers zijn tevens een gewilde leefplek voor patrijs en kwartel. Zij broeden er vaak en het eten ligt er straks voor het oprapen. Veel gemeentelijk bermen zijn in de afgelopen weken in hun volle bloei gemaaid. Dit betekend een drama voor de planten die geen zaden kunnen vormen en vooral voor de insectenwereld waarvan een groot deel zonder voedsel is komen zitten. Gemeenten zouden er goed aan doen om de bermen van een goed maai en afvoer beheer te voorzien zodat er weer kleurrijke linten in onze leefomgeving kunnen ontstaan. Zulke kleurrijke linten brengen wandelaar en fietser op een vrolijke manier van A naar B. Het maakt onze leefomgeving een stuk kleurrijker en leefbaarder. In de gemeente Rucphen liggen van deze bermen een paar schitterende voorbeelden van. Op het zomerkuierke in de heemtuin kwamen 25 mensen af. Natuurtip: Let eens op de havende verenpakken van merels en andere vogels. In de komende weken krijgen ze van Moeder natuur een nieuw pakje inclusief dons om de winter warm door te komen.

Terug naar overzicht