Een bezoekje aan Chaam

(10-03-2007) Het is de morgen van 5 januari als Kees mij tegen de klok van half negen ophaalt. Het is de tweede morgen dat het gevroren heeft. We rijden langs Zundert om Pierre op te halen en zo verder naar Chaam te rijden. We worden door Johan binnen gelaten. Vooraf een kommeke thee en koffie om daarna naar een mooie diaserie over het verleden van de Chaamse natuur, het heden en wat het in de toekomst met Chaamse natuur en landschap moet worden. Ik vind het indrukwekkend. Wat ik nog indrukwekkender vind, is dat Johan nadien vertelt dat de ruilverkaveling, die in 1985 is gestemd, een oppervlakte van 10.000 ha beslaat. Maar liefst 1100 ha van de huidige landbouwgrond zal de nieuwe bestemming natuur krijgen. Het klinkt mij als een sprookje en ook onwaarschijnlijk in mijn oren. Tegen de klok van elf rijden we naar een van de gebieden die grenzen aan de landgoederen Valkenburg en Hondsdonk, "ut Broek" geheten. Een nat open weidegebied met hier en daar nog wat eikenbomen, knotwilgen, knot essen en knotelzen. Verder staan er prachtige elzen die een mooie bolvorm hebben. Het gebied wordt doorsneden door enkele beekjes en is vochtig. Johan vertelt dat men al met de inrichting van dit ruim 600 ha grote gebied is begonnen. Als we er doorheen kuieren komen we 15 gegraven poelen tegen. Op een aantal plaatsen is het bij het graven van de poelen vrijgekomen zand als wallichaam gebruikt en reeds beplant met struiken. Het maakt op mij in ieder geval een grote indruk. Volgens Johan is het oranjetipvlindertje hier een veel voorkomende voorjaarsvlinder. Ook in het stroomgebied van het Merkske is dit vlindertje een algemene soort. Op een paar plekken vliegen wat watersnipkes op. In het hele gebied zitten tussen de 500 en 600 kieviten. Uit een van de beken stijgen 3 wintertalingen op. Terloops vertelt Johan dat deze landinrichting een voorbeeldfunctie heeft voor de nieuwe natuur die in ons land in de komende jaren moet ontstaan. Overal waar we lopen is het op z'n minst drassig. Het niet alleen winst voor de nieuwe vochtige en natte natuur. De boeren zijn van hun slechte landbouwgrond af. We besluiten naar Johan zijn huis terug te rijden, even een hapje te eten om daarna de andere gebieden te bezoeken. Na het eten rijden we in de richting van Strijbeekse hei. Deze plek is voor mij geen onbekende plek. Mooi zijn hier de oude eikenlanen die het karakter van dit door de Chaamse beken gevormde landschap bepalen. Als ik Johan vraag of dit gebied zijn landbouwfunctie behoudt komt het bij mij als een schok over dat ook dit gebied de bestemming natuur zal krijgen. Ik kan het nauwelijks geloven. We rijden vervolgens door naar de Bleeke hei. Dit is een jong heideontginningsgebied dat tussen de Eerste en Tweede wereldoorlog is ontgonnen. Het is bijna boomloos en rechthoekig verkaveld net als bij ons in Sprundel de Lokker. Hier zitten ieder jaar ongeveer 300 zeldzame kleine rietganzen. Helaas voor ons zitten ze er op dit moment efkes niet. Wel zitten er enkele grote lijsters. Op sommige plekken zijn de laagten intact gebleven. In een van de laagten is reeds een grote poel gegraven terwijl wat verderop een andere laagte nog water staat. De laagten worden nu nog door sloten ontwaterd. Volgens Johan worden deze sloten gedempt of in ieder geval zo veranderd dat ze hun ontwaterings functie verliezen en het gebied opnieuw vochtig tot heel nat zal worden. Hij vertelt erbij dat er om dit gebied behoorlijk geknokt is in de commissie. We besluiten naar als laatste naar het Merkske te rijden. We staan op het plateau van het beekdal van het Merkske. Onder in het beekdal stroomt op een afstand van zo'n 300 meter van ons vandaan het Merkske. Landschappelijk alleen al is het erg mooi en voor Nederlandse begrippen nog maagdelijk te noemen. Het is nauwelijks voor te stellen dat hier bebouwing totaal ontbreekt. Het landschap op het plateau zelf is bijna boomloos. Het contrast ligt in het dal van het Merkske waar de bruine rietstengels met hun zilveren topjes wuiven. De wilgen en elzen, maar vooral de mooie oude eiken, geven dit nog onbebouwde landschap een eigen maar vooral een vredig karakter. Het is alsof de tijd hier 40 jaar of langer heeft stilgestaan. Op het eind van het zandpaadje merken we nog een onvolwassen mannetje van de blauwe kiekendief op. Een groepke met 15 patrijzen vliegt op uit een van de beekdalweikes. Ook een haas kiest het naar hem genoemde pad. We besluiten om nog wat verderop naar het Merkske te gaan kijken. Hier stroomt het Merkske richting Minderhout. Dit gedeelte herken ik omdat ik hier een paar keer met vrienden ben geweest. Als we terug naar Chaam rijden zien we de blauwe kiekendief nog een keertje voor ons uit de weg oversteken. In het landschap zitten nog twee buizerds. Een torenvalk zit in een boom langs de weg. Na efkes wat in een café te hebben gedronken rijden we naar huis. Op weg naar Zundert praten we over hetgeen ons vandaag ter ore is gekomen en wat we gezien en beleefd hebben. Over een ding zijn we het roerend eens: dat Johan en Chaam, ten opzichte onze streek, het geluk gehad hebben dat de ruilverkaveling in Chaam er een "nieuwe stijl" is en een voorbeeldfunctie heeft gekregen. Wij zullen er mee moeten leren omgaan dat de ruilverkavelingen bij ons te vroeg waren en te veel onnodige schade aan natuur en landschap hebben toegebracht. Ik hoop dat Chaam er in zal slagen om Nederland te tonen dat, als we willen veranderen, dit ook kunnen. Natuurtip: Laat de verandering in onze leefomgeving maar lekker op ons inwerken, het voorjaar is onafwendbaar! Terug naar overzicht