
(04-12-2007) De lucht is mooi met al de stapelwolkjes die door de wind gedreven steeds kleiner worden om uiteindelijk in het niets oplossen. Sommige wolkjes lossen heel snel op, andere wolken veranderen steeds van vorm. Het is een lucht waar ik van houd. Boven het schuilkotje vliegt een buizerd. Door de kijker zie ik opnieuw hoe mooi deze vogelsoort is. In enkele minuten zweeft hij bijna moeiteloos naar grote hoogte. Wanneer ik de kijker voor mijn ogen weghaal is de buizerd zo hoog geklommen dat hij niet groter dan een spreeuw is. Terwijl ik de buizerd volg, geniet ik opnieuw van de snel overdrijvende wolken. Het lijken wel grote en kleine sponzen die het water van de zee het land op dragen. Een beetje in gedachten verzonken, van al dat schoons wat mij ten deel valt, roept boven het Smidsmasje een buizerd. Naast hem zweeft een andere, kleinere roofvogel. Door mijn kijker ontdek ik een biddende torenvalk boven het korenveld. Alsof dat niet genoeg is, hangt er een tweede valk naast. Ik geniet van hun bidden, het roodbruine verenpak met zwarte vlekjes, de mooie donkere ogen en de kommavormige baardvlek aan hun kop. Zo te zien zijn het jonge vogels. Ik bewonder en geniet zolang totdat mijn armen, van vermoeidheid, de kijker niet meer kunnen dragen en ik deze noodgedwongen laat zakken. Ik loer naar de buizerd en de andere roofvogel boven het Smidsmasje, in dit voorheen zo mooie en rijke Bakkersmeer. De kleine roofvogel komt in een dalende vlucht mijn richting in gevlogen. Ik ben er vanuit gegaan dat het een derde torenvalk is. Opnieuw zet ik de kijker aan mijn ogen en kan ik mijn geluk niet op als ik zie dat het geen torenvalk maar een boomvalk is. Aan zijn rode broek, in de omgeving van zijn poten, weet ik dat het een mannetje is. De lichte borst is voorzien van lange en korte donkere strepen. Hij nadert me steeds dichter. Ik kan hem, nu zelfs, in zijn grote donkere ogen kijken. Wat zijn het toch prachtige vogels met hun leiblauwe rug en kop. De onderkant van zijn spitse vleugels wordt door de zon extra belicht. De onderkant van zijn vleugels is van een zacht witgele kleur en voorzien donkere strepen. Ik ben meteen weer verliefd door zoveel schoonheid. Heel even haal ik de kijker van mijn ogen weg om de boomvalk in het landschap te bewonderen. Plotseling gaat hij, op minder dan dertig meter van mij vandaan, biddend boven het korenveld hangen. Ik kan het nauwelijks geloven dat, deze mooie vogel zich, op zo'n geringe afstand van mij, zo overvloedig door mij laat bewonderen. Het is een van de mooiste luchtshows die ik ooit heb mogen aanschouwen. Ik krijg opnieuw het ”Mansgevoel” en zo hevig dat het water in mijn ogen welt. Nog nooit eerder heb ik een biddende boomvalk meegemaakt. Ik kende de boomvalk alleen van zijn flitsende, kwikzilveren vlucht tijdens de jacht op zwaluwen en zijn moeiteloze en speelse gedrag bij het vangen van libellen en nachtvlinders op mooie zomeravonden. En toch kruipt er wat twijfel in me en ik vraag me af of het wel een boomvalk is. Voor de zoveelste keer bekijk ik hem, ik kan er niets anders dan een boomvalk van maken. Met mij ene been wrijf ik over mijn andere been om zeker te weten dat ik niet droom. Nog even hangt hij op minder dan zes meter hoogte boven het korenveld om dan, plots laag boven het korenveld, in westelijke richting weg te vliegen. Als ik hem nakijk, lijkt het heel even dat hij met zijn lange, puntige vleugels de grond raakt. Na het opnieuw zien van de leiblauwe bovendelen ben ik er van overtuigd dat het een boomvalk was. Ik leg de kijker naast me neer in het gras, zet mijn bril af en wrijf mijn ogen uit. Ik voel me intens gelukkig en vind het jammer dat Harrie deze taferelen heeft moeten missen. M'n gedachten gaan terug naar de zeventiger jaren, naar al dat moois dat ik samen met andere liefhebbers hier in Bakkersmeer heb mogen ervaren en ondergaan. Dit alles heeft mij inzage verschaft hoe klein en kwetsbaar het mensdom in werkelijkheid is. Het waren van die meer dan prachtige momenten. Wordt vervolgd
Terug naar overzicht