
(09-06-2007) Het is begin juni als de meeste bermen prachtig staan te kleuren en te geuren. Een lint van bonte bloemen maakt onze leefomgeving weer kleurrijk. Maanden heb ik naar deze periode uitgekeken en verlangt. Sommige bermen voorzien met hun gele, blauwe, paarse, rode en witte bloemen mijn omgeving van een ware kleurenpracht. Mijn verlangen naar deze tijd van het jaar is groot omdat mijn omgeving zo goed als verstoken is van voorjaarsbloemen. Juni en juli geven mijn landschap kleur en geur die het verdient. Duizenden margrieten, ereprijzen, knoopkruid, boerenwormkruid, Sint Janskruid, zandblauwtje, havikskruid, vlasbekje, sterrenmuur, rolklaver, witte en rode klaver en vele andere soorten doen hun uiterste best om op te vallen en nakomelingen te krijgen. In alle bermen gonst het van de vele insecten. Dwarrelende vlinders zuigen met behulp van hun roltong nectar uit de zandblauwtjes en andere bloemen. De meeste vlinders hebben hun eitjes gelegd op de wilde planten. Een aantal van onze algemene en grotere vlinders leggen hun eitjes op grote brandnetel. Hun rupsen eten zich rond en dik aan deze, voor hen noodzakelijk en voedzame plant. Nadat de rupsen zijn volgroeid, zullen ze een plekje zoeken om ergens te verpoppen. Over enkele weken zullen de poppen openbreken om de mooie vlinders vrij te laten. Hommels, wilde bijtjes, honingbijen, zweefvliegen, sluipwespen en de mooist gekleurde kevers zoemen beladen met stuifmeel van bloem tot bloem. Deze bloemenzee is van levensbelang voor insecten en hun voortbestaan. Zij kunnen niet zonder deze bloemen. Op hun beurt zijn de planten voor hun zaadvorming afhankelijk van insectenbezoek. De insecten dragen tijdens het bloembezoek het stuifmeel van de ene bloem naar de andere bloem. Op deze wijze bezorgen zij de "liefdespost" van mannelijke zaadcellen. Door de aanwezigheid van de insecten verschijnen ook steeds meer insectenetende dieren tussen de wilde bloemen. Trouwe bezoekers zijn o.a. kikkers, padden, salamanders, egels maar ook vogels die op zoek zijn naar rupsen, insecten en malse zaden. In menige berm is het geluid van de steeds maar piepende spitsmuisjes te horen. Ook zij zijn op zoek naar insecten. Zij behoren niet tot de echte muizen maar tot de molachtigen. Een spitsje heeft op een bloem een rustende libel ontdekt en poogt via een dun plantenstengeltje de libel te besluipen en te verschalken. Het spitsje kruipt steeds verder naar het topje van de stengel om zijn prooi te vangen. Hij krult handig zijn staartje met een regelmaat om de stengel om steun en evenwicht te zoeken. Plots buigt het topje te ver onder het muizengewicht door en verliest spitsje zijn evenwicht en valt tussen de planten. De geschrokken libel kiest het luchtruim. De aanwezigheid van struikjes en bramen in bermen en slootkanten zijn belangrijke zangpostjes en broedplekken voor op de rode lijst staande struweelvogels. Als oplettende fietser of wandelaar treffen er dikwijls vogelsoorten aan als grasmus, roodborsttapuit, graspieper, heggenmus, tuinfluiter, kneu en zelfs op plekken met riet de bosrietzanger en kleine karekiet.In mijn Sprundelse jeugd maakten de wilde bloemen de weiden tot een weergaloos kleurenspel. Een prachtig zoemend geluid van opvliegende insecten die, als je in de bloemenweide ronddwaalde, opstegen. Helaas zijn de wilde bloemen massaal uit de weiden verdwenen. Een teveel aan mest en het gebruik van vergif maakten een einde aan hun eeuwenlange leven in de weiden. Daarmee verdwenen ook de kruiden uit de weiden en het hooi. Zij waren niet langer gewenst. Hun enige uitwijkplaats bleken de bermen te zijn. Hier wachten zij vaak besmeurd door uitlaatgassen op betere tijden. De komst van die betere tijden ligt in handen van ons mensen. Wij kunnen met het tijdstip van maaien beslissen over kleur, geur, dood en overleven. Bermen kunnen bij een goed beheer toevluchtsoorden voor vele wilde planten zijn. Zij kunnen, indien wij mensen dat willen, een bont bloemenlint door onze leefomgeving vormen. Ver uit de meest bermen zijn eigendom van ons allemaal. Zij worden beheerd door gemeenten, provincies en het rijk. In een tijd van steeds meer aandacht voor toerisme, recreatie en klimaatsverandering is het prettig om je op de fiets of te voet langs deze kleurrijke linten in het landschap te begeven. Bermen dragen ook bij aan natuur en landschap. Een groot deel van onze wilde planten groeit al in onze bonte bermen. Het gaat er om of wij mensen de keuze voor de bonte berm maken. Natuur en landschap ligt in handen van mensen.. Investeren in de natuur, is investeren in een leefbare toekomst. Natuurtip: Geniet met volle teugen van de bloemrijke bermen. De kleuren zijn u van harte gegund.
Terug naar overzicht